zaterdag 15 maart 2014

#1 The Music Sessions - Electric Daisy Violin



Zoals beloofd vandaag de eerste aflevering van The Music Sessions. Ik ben begonnen met het eerste nummer op de CD Lindsey Stirling. Het nummer heet Electric Daisy Violin en is hier te beluisteren:
 Hieronder het verhaal wat ik erbij heb geschreven. Lees je liever in het Engels? Ik heb ook een Engelse vertaling geschreven. Dit wordt eerst nog gecontroleerd op correct Engels, maar zal daarna gepubliceerd worden op Doors2Dreams.blogspot.com

Hoofdstuk 1

Het is raar om naar je eigen voordeur te kijken in de wetenschap dat je die niet meer zal zien. Dat je daar staat en weet dat je niet na je reis begroet zal worden door de groen geschilderde houten deur, door het afgeplakte ronde ruitje en de bel die het nooit heeft gedaan. Om te weten dat ik mijn eigen kamertje met het witte bureau en de krakkemikkige stoel met het roze kussen zojuist voor het laatst heb verlaten. Voor de allerlaatste keer klem ik mijn vingers om de klink en trek de voordeur met een harde klap in het slot. Na enig prutsen lukt het me om de sleutel van mijn bos te wippen en ik staar naar het glanzende metalen voorwerp in mijn vingers. Nog heel even aarzel ik. Wijfel ik of het de juiste beslissing is. Dan trek ik de klep van de brievenbus omhoog en gooi de sleutel door de sleuf. Nu is er geen weg meer terug.    
Ik til de zware rugzak van de stoeptegels waar het gras enthousiast tussen groeit en hijs hem op mijn schouders. Heel even klaagt mijn rug als een verwend kind dat ineens aan het werk gezet wordt, maar het gevoel verdwijnt zodra ik me omdraai en mijn eerste stappen zet. Met iedere pas die mij wegvoert van de voordeur voel ik me lichter worden. De zon brandt in mijn gezicht en ik trek de klep van mijn pet nog wat verder over mijn ogen. 
Mevrouw Manders van de overkant zwaait naar me als ik voorbij loop. Ze zit op haar knieën in de voortuin en haar zwarte vingers zitten vast gekruld in de aarde, strijdend om de nieuwe bloemen een fijn thuis te bieden. Ik zie margrieten, viooltjes en blauwe druifjes in zwarte bakjes in een kringetje om haar heen staan. Het tafereeltje doet me denken aan een moedereend met kuikentjes in een vijver. Ik breng mijn hand omhoog en zwaai terug naar haar. Ze schenkt me nog een brede glimlach voor ze weer verdergaat met haar bezigheden. 
Terwijl mijn voeten zich opnieuw in beweging zetten, dwarrelt een vlinder verdwaasd voor mijn gezicht. Het lijkt wel alsof hij dronken is, zo zwalkt hij naar alle kanten. Ik wilde dat ik zo grillig naar alle kanten kon schieten; omhoog, omlaag, schuin omhoog, nog verder omlaag, terwijl ik me intussen gedragen zou voelen door mijn sterke vleugels. Het wordt tijd dat ik mijn eigen vleugels uitsla. Ik onderdruk de neiging om te gaan huppelen en leg de laatste meters naar het bushokje af. 
Gelukkig is het bushokje verlaten, dus het bankje is nog leeg. Mijn rugzak glijdt van mijn schouders en belandt met een doffe dreun op de grond, rolt om zijn as en komt ten slotte onder het bankje tot stilstand. Mijn mondhoek krult zich aarzelend omhoog en voor het eerst sinds tijden haal ik echt adem. De straat is heerlijk stil. Ik kan zelfs de vogels in het hegje aan de overkant horen zingen. Mijn hart zingt mee. Het is eng om weg te gaan. Het is spannend om niet te weten waar ik heen zal gaan. Maar het voelt o zo bevrijdend om eindelijk alles van me af te schudden. Om alles los te laten en opnieuw te beginnen. Geen verplichtingen meer. Geen huiswerk. En weg van hem. 
Ik weet nog steeds niet waar ik naartoe zal gaan als de bus voor het hokje stopt. Ik stap in en haal de OV-chipkaart langs het poortje. De bus is bijna leeg, maar niet helemaal. Helemaal achterin zitten drie jongens van een jaar of zestien te klieren en helemaal voorin zit een bejaarde vrouw met een breiwerkje. Ik besluit voor de middenweg te gaan en kies een plekje achter de uitgang, ongeveer in het midden van de bus. Sissend sluiten de deuren zich weer en het voertuig zet zich ronkend in beweging. 
Ik kijk hoe gebouwen voorbij flitsen. Mijn straat. Mijn wijk. Mijn woonplaats. Hier heb ik jaren gewoond. Ik heb hier zoveel beleefd. Zou dit echt de laatste keer zijn dat ik dit alles voorbij zie schieten? Zou dit de laatste keer zijn dat ik me door deze vertrouwde omgeving beweeg?
'Centraal Station,' verkondigt de automatische stem van de bus. 'Dit is de eindhalte van deze lijn. Wij verzoeken u om de bus te verlaten.'
Ik sleur mijn tas op mijn rug en check uit. Dan stap ik naar buiten en kijk aarzelend om me heen. Wat nu? Waarheen?
Ik pak een munt uit mijn tas en staar ernaar. 'Kop is perron één, munt perron twee,' mompel ik tegen mezelf. Mijn hand zakt een stukje, voor hij omhoog schiet en de munt laat vliegen. Het glanzende voorwerp met het gezicht van koning Willem-Alexander draait twee, drie, vier keer om zijn as voor hij op mijn opengevouwen handpalm landt. Munt. 
Nu ik weer een doel heb, lijkt het wel alsof mijn rugzak lichter wordt. Mijn voeten zetten zich in beweging en brengen me in de richting van het door het lot gekozen perron. Een lange streep geel staat al te wachten, de deuren allemaal open. Nieuwsgierig flitsen mijn ogen naar het bord met de bestemming. Amsterdam Centraal. Waarom ook niet?
Bijna stap ik in zonder ingecheckt te hebben, maar ik bedenk me net op tijd. Als een razende vlieg ik terug naar die ellendige poortjes en haast me daarna weer naar de wachtende trein. Nu de bestemming bekend geworden is, ben ik plotseling ongeduldig om te vertrekken. 
Net als ik instap, klinkt een snerpend geluid over het perron. Meteen daarna sluiten de deuren zich sissend en niet veel later zet de trein zich in beweging. 
Wankelend door het voortrazen van de trein loop ik langs rijen met stoelen, tot ik een plekje vind in een leeg treinstel. Ik laat de rugtas opgelucht zakken en zet hem naast me op een stoel. Zelf plof ik neer naast het raam. Het groen van buiten wordt door de snelheid versmolten in één caleidoscopische streep waarin verschillende tinten elkaar afwisselen; mosgroen met limoen en smaragd met mint.
Heel langzaam begint het besef te dagen. Ik ben vrij. Ik ben weg. Ik heb het geflikt.
Hoe lang zou het duren voor hij het doorheeft? Hoe lang zou het duren voor hij me mist? Voor hij ontdekt dat ik niet meer terugkom?
Ik vind het wel jammer van school. Jammer van mijn vriendinnen. Maar ik moet alle banden verbreken. Voorlopig. Alleen dan kan ik echt vrij zijn en verder gaan.
Een hoop gerommel doet me opschrikken. De deur van het treinstel is zojuist opengeschoven en een gezette conducteur in een te strak pak komt naar binnen. Druppeltjes zweet parelen op zijn voorhoofd en zijn borst gaat tekeer als een stoomlocomotief.
Met een schommelende gang loopt hij door het gangpad en moet al snel concluderen dat ik de enige aanwezige ben. Hij knikt me toe en pakt mijn OV-chipkaart aan. Dan verwijden zijn ogen zich en hij doet een stapje naar achteren. Het is weliswaar een heel klein stapje, maar hij had net zo goed naar de andere kant van het treinstel kunnen lopen. Een beetje gegeneerd grijp ik de rand van mijn klep en trek de pet nog wat verder over mijn ogen.
‘Zo jongedame,’ zegt hij, terwijl hij mijn OV-chipkaart controleert. ‘Dat is een flink blauw oog.’

Wordt vervolgd in #2 The Music Sessions - Zi-Zi's Journey. Deze zal naar verwachting volgend weekend gepubliceerd worden op deze site. 
Hieronder nog een afbeelding van mijn brainstormsessie tijdens het luisteren naar het nummer. 


Meer weten over The Music Sessions?

1 opmerking:

  1. Heb even die clip bekeken, maar als je zo kan spelen terwijl je al die pasjes doen.... Nou petje af hoor..

    Enne

    Dit smaakt naar meer hoor... :-)

    BeantwoordenVerwijderen